Een Woordvervanging-fragment wijzigen of verwijderen
1.
Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2.
Klik op Typen en invoer > Woordvervanging.
3.
Markeer een Woordvervanging-fragment.
4.
Druk op de toets
.
• Klik op Bewerken om het Woordvervanging-fragment te wijzigen. Wijzig het fragment. Druk op de toets
>
Opslaan.
• Klik op Verwijderen om het Woordvervanging-fragment te verwijderen.